Paragraaf 6Opdracht 34, Oefentoets

Open vragen

1. a. Wat bedoelen we met het woord ‘karakter’?
b. Geef een voorbeeld.

2. Noem drie vragen waar een levensbeschouwing een antwoord op geeft.

3. Waar gaat het over als we het hebben over het uiterlijk van de mens?

4. Door een tatoeage kun je tonen wie je bent. Leg dit uit.

5. Door een gezichtsuitdrukking kun je ook op het verkeerde been worden gezet. Geef een voorbeeld.

(Paragraaf 4 Keuzestof)

6. De mens is een geslachtelijk wezen. Leg dit uit.

7. De mens is een zelfbewust wezen. Leg dit uit.

8. a. Wat zijn stereotypen?
b. Geef een voorbeeld en licht toe.

9. Vooroordelen doen soms pijn. Legt dit uit.

10.  Wat bedoelen we als we zeggen: “We moeten elkaar respecteren”.

 

Multiple-choice vragen: goed en fout.

Geef aan of de volgende uitspraken goed of fout zijn.

1. Een karakter is een kijk op het leven.

2. Karaktereigenschappen: het tegenovergestelde van avontuurlijk is voorzichtig.

3. Een egoïst is iemand die veel rekening houdt met anderen.

4. Een levensbeschouwing: dat krijg je vooral mee van huis uit.

5. Het karakter van iemand en zijn levensbeschouwing vormen samen iemands buitenkant.

6. Met een gebaar kun je duidelijk maken hoe je ergens over denkt.

7. Een kruisje is een voorbeeld van een symbool.

8. Mens en dier zijn zich bewust van hun directe omgeving.

9. Vooroordelen krijg je met gemak de wereld uit.

10. Respect betekent dat je het altijd eens bent met andere opvattingen.

 

Antwoorden

 

Open vragen

1. a. De combinatie van een aantal vaste innerlijke eigenschappen van een persoon. Die eigenschappen herken je voor een deel aan hoe mensen zich gedragen.
b. Een gevoelige jongen zal iets vaker huilen. Een zuinig meisje zal niet zo snel geld uitgeven voor iets.

2. Suggesties:
- Waarom bestaan er mensen?
- Wat is de zin van het leven?
- Welke mensen zijn belangrijk in mijn leven?
- Is er leven na mijn dood?

3. Bij uiterlijk gaat het om lichaam, kleding, schoeisel, kapsel, sieraden, piercings en tatoeages.

4. Een tatoeage kan laten zien dat je ‘eigen baas’ bent. Door je zelf te laten tatoeëren, laat je zien dat je lichaam van jou is.

5. Iemand kan je vriendelijk toelachen, terwijl hij van binnen een gruwelijke hekel aan jou heeft.

6. De mens is van het mannelijke of vrouwelijke geslacht. Mensen hebben mannelijke of vrouwelijke lichamelijke kenmerken.

7. De mens heeft een verstand. Hij kan nadenken

8. a. Overdreven beelden van groepen mensen, die niet kloppen met de feiten.
b. Alle Italianen worden gezien als ‘maffioso’ typen. Door allerlei films denken niet-Italianen dat veel Italianen bij de maffia horen.
Vaak zien wij de andere groep (bijvoorbeeld ‘de Italianen’) als één geheel, als één bepaald type mensen. Alle Italianen (individuen) worden als hetzelfde gezien, met dezelfde kenmerken.

9. Veel mensen voelen zich gekwetst door vooroordelen.

10. Daar bedoelen we mee: we moeten andere mensen in hun waarde laten. En dus verdraagzaam zijn.

 

Antwoorden multiple-choice vragen:

1f, 2g, 3f, 4g, 5f, 6g, 7g, 8g, 9f, 10f.