Paragraaf 2Opdracht 12 Test 'Uiterlijk en schoonheid

Beantwoord de vragen met a, b of c. Als je alles hebt ingevuld krijg je het totaal aantal punten. Schrijf dit in je leerwerkboek bij opdracht 12 c op bladzijde 11.
Je docent(e) geeft je de uitslag bij de test. Schrijf deze uitslag bij d. in je leerwerkboek.

Opdrachten

Vraag 1

1. Iemand zegt dat jij er niet zo goed uitziet. Hoe reageer je?

a.Je gaat alles doen om er beter uit te zien.

b.Je vindt je uiterlijk niet belangrijk.

c.Je denkt: ‘We kunnen er niet allemaal uitzien zoals een fotomodel.’

Vraag 2

Samen met je eigen gezin en het gezin van een vriend(in) gaan jullie op vakantie in Lloret de Mar in Spanje. Wat doe je daar het liefst?

a.Mooie dingen bekijken met je vriend(in).

b.Elke dag op het strand liggen en mooi bruin worden.

c.Af en toe zonnen, maar ook dingen bekijken.

Vraag 3

Waar let je op als je een jongen of een meisje voor het eerst ontmoet?

a.Of hij of zij een goed karakter heeft.

b.Of hij of zij er mooi uitziet.

c.Een goed karakter, maar een mooi uiterlijk is belangrijk

Vraag 4

Jij volgt de laatste ontwikkelingen in de mode:

a.op de voet.

b.een klein beetje.

c.helemaal niet. Daar heb je geen belangstelling voor.

Vraag 5

Hoeveel tijd breng je ’s morgens door in de badkamer?

a.Minder dan vijf minuten.

b.Tussen vijf en vijftien minuten.

c.Meer dan vijftien minuten.

Vraag 6

Met eten:

a.houd je er rekening mee dat het gezond is.

b.houd je er geen rekening mee dat het gezond is.

c.houd je er een klein beetje rekening mee of het gezond is.

Vraag 7

Je hebt van je opa vijftig euro gekregen voor je rapport. Wat doe je?

a.Je zet het op de bank.

b.Je koopt er nieuwe kleren van.

c.Je gaat nadenken over wat je met het geld gaat doen.

Vraag 8

Hoe vaak koop je kleding of bekijk je kleding in winkels of op internet?

a.Minimaal een keer in de week.

b.Minimaal een keer in de maand.

c.Een paar keer per jaar.