Paragraaf 2Mijn binnenkant, opdracht 9 Ben jij eigenwijs?

Opdrachten

Vraag 1

Je oom en tante zijn vijfentwintig jaar getrouwd en jij mag mee naar het feest. Je hebt van je moeder geld gekregen voor nieuwe kleren. Je past in een winkel de ideale combinatie. Je vriendin vindt dat deze helemaal niet bij je past. Wat doe je?

a.Je denkt: ‘Ze is zeker jaloers, ik vind het gewoon mooi.’

b.Je denkt: ‘Ze heeft wel een goede smaak.’ En je vraagt haar wat zij mooi vindt voor jou.

c.Je gaat morgen met je moeder terug en vraagt haar wat zij ervan vindt.

Vraag 2

Je bent besmet met corona. Je moet zeker vijf dagen in quarantaine. Dat is vervelend want over vier dagen is schoolfeest. Je denkt dat het dan wel over is met corona. Je moeder zegt dat je anderen kunt aansteken met corona. Wat doe je?

a.Je blijft thuis. Je vindt dat je moeder eigenlijk wel gelijk heeft.

b.Je denkt bij jezelf: ‘Waar bemoeit zij zich mee? Ik ga toch naar dat feest.’

c.Je belt een van je vrienden(innen) en vraagt wat hij/zij ervan vindt.

Vraag 3

Je denkt indruk te maken op je beste vriend(in) door haar mee te nemen naar AquaFun in het zwembad. Lekker roetsjen van de snelle glijbanen en springen in het golfslagbad. En er is een leuk terras. Wanneer je daar aankomt, is de deur dicht. Wat doe je?

a.‘We wachten nog een uurtje, misschien begint het later.’

b.‘Wat een slimmeriken. Ze hebben de verkeerde datum op internet gezet!’

c.‘Sorry, ik heb me zeker vergist, zullen we iets anders gaan doen?’

Vraag 4

Tijdens een sportwedstrijd krijg je twee strafminuten van de scheidsrechter vanwege een overtreding. Wat doe je?

a.Je bent het er niet mee eens. Je dient een klacht in bij de jury.

b.Je zit die twee minuten uit. Je kijkt uit dat je niet nog een overtreding begaat.

c.Je baalt enorm en zit de twee minuten mokkend uit. Dit kan het team de overwinning kosten.

Vraag 5

Het is binnenkort Moederdag. Je hebt een vaas voor je moeder gekocht. Je laat hem je broer zien. Hij zegt dat je moeder een heel andere smaak heeft. Wat doe je?

a.Je zegt tegen hem: “Wat nou, jij hebt helemaal geen smaak.”

b.Gelukkig heb je het bonnetje nog. Als je moeder hem echt niet mooi vindt, kan ze hem ruilen.

c.Je luistert naar je broer. Je gaat de vaas ruilen voor een andere vaas.

Vraag 6

Je hebt een flinke discussie met een klasgenoot. Hij denkt dat Nederland Europees voetbalkampioen werd in 1988. Jij weet zeker dat het in 1986 was. Thuisgekomen raadpleeg je Wikipedia. Je klasgenoot heeft gelijk. Wat doe je?

a.Je biedt de dag erop je excuses aan. Je geeft je ongelijk toe.

b.Je denkt bij jezelf: “Internet is niet te vertrouwen.”

c.Je hoopt dat je klasgenoot het niet uitzoekt.