Maak de test en schrijf de uitslag met toelichting in je leerwerkboek op bladzijde 133.
1. Heb je vrienden?
Samen met vrienden lig je op het strand. Jullie luisteren naar muziek op jouw smartphone. Het geluid staat hoog. De vrouw naast je vraagt of het iets zachter mag.
Je hebt met een vriendin afgesproken. Tien minuten van tevoren zegt ze af. De reden: ze moet iets doen voor haar moeder. Hoe reageer je?
Jij zit in een stampvolle bus. Er komt een oude mevrouw in de bus.
Komen je vrienden(innen) wel eens naar jou toe met hun problemen?
Een jongen in de klas wordt geplaagd door enkele medeleerlingen.
Contact maken met anderen: